Individuele vrijheid
Toen ik op de leeftijd was dat ik een politiek bewustzijn begon te ontwikkelen, was de wereld een stuk overzichtelijker dan nu. Zaken als goed en kwaad, vrijheid en onderdrukking, waren in de jaren ’80 ondubbelzinnig en duidelijk afgebakend.
Slecht waren dictaturen, zoals Zuid-Afrika, Suriname onder decembermoordenaar Bouterse en natuurlijk de Big-Brother-landen achter het Ijzeren Gordijn (Big Brother verwees toen nog naar George Orwell). Verder moest de potvis beschermd en mochten de zeehondjes niet doodgeknuppeld. Heldhaftig opkomen voor vrijheid en rechtvaardigheid was niet zo heel erg moeilijk; het was duidelijk wie de boeven waren. Verder hielp het dat alle narigheid plaats vond in landen die minstens 1000 km van het Museumplein waren verwijderd.
Zelfs ik liep destijds nog te demonstreren voor de vrijlating van Nelson Mandela. Voor zo’n open deur is weinig heldenmoed nodig, maar als puber had je d’r weer een reden bij om je goed te voelen over jezelf.
Het enige échte morele breekpunt in de Nederlandse samenleving, was de vraag wat je liever had: een raket in je tuin of een Rus in je keuken. Met de val van de muur was dat probleem ook opgelost.
Inmiddels is de wereld minder overzichtelijk. Vrijheidsstrijders lijken vaak even hardvochtig als dictators. De Russen hebben inmiddels al jaren een ex-KGB-er als gekozen leider en Bouterse is weer de baas in Suriname. “Arabische Lente” bleek een belachelijke metafoor. En het Vrije Westen weet even niet meer zo goed wat het woord vrijheid nu precies betekent.
Is een Islam-satire nou een schending van de vrijheid van godsdienst of valt het onder vrijheid van meningsuiting? Dat is de vraag die inmiddels ongeveer ieder half jaar de actualiteit beheerst.
Waarom worstelen we zo met dat begrip “vrijheid”? Naar ik vermoed o.a. omdat onze ideeën over ónvrijheid voornamelijk teruggrijpen op de periode van de Duitse bezetting en de Koude Oorlog.
Vrijheid had vroeger maar één vijand en dat was dictatuur. Staatsterreur.
Na de oorlog was het een halve eeuw lang gemakkelijk aan te wijzen welk land wel deugde en welk land niet. En als ergens ter wereld een overheid journalisten intimideerde of in mekaar liet slaan, stonden we terecht met z’n allen eensgezind op het Museumplein.
Zodra de dreiging niet van de staat komt, worden de zaken minder overzichtelijk, zoals we merkten toen enkele jaren geleden twee journalisten door de Hells Angels in mekaar werden geslagen. Ook was de verwarring groot toen filmer en columnist Theo van Gogh werd omgebracht, omdat hij kritiek uitte op de Islam. Die verwarring is sindsdien niet meer verdwenen.
De specifieke kijk op vrijheid die we in het westen aan WOII en de Koude Oorlog hebben overgehouden, maakt het tegenwoordig soms moeilijk om snel tot een oordeel te komen, wanneer vrijheden onder druk staan.
Daarnaast helpt het bepaald niet dat iedere keer de discussie over Islam-satire met dezelfde ruis wordt vervuild. Zo staat de vraag of burgers (waar dan ook) het recht in eigen hand mogen nemen als ze boos zijn om een film, lós van de inhoud of de kwaliteit van de film.
Ik herhaal: De vraag of burgers het recht in eigen hand mogen nemen als ze boos zijn om een film, staat los van de inhoud of de kwaliteit van de film.
Het is belangrijk dit te noemen, omdat telkens opnieuw opiniemakers die beter zouden moeten weten de discussie ontvluchten met de opmerking “dat het toch maar een amateuristisch filmpje/flauwe cartoon is, dus waar hebben we het nou helemaal over?”
Eigenlijk maken we het onszelf elke keer opnieuw onnodig moeilijk. Want ook in West-Europa zijn er precedenten en we weten eigenlijk prima hoe we met dit soort conflicten om moeten gaan. In het Verenigd Koninkrijk leidde de inmiddels klassieke filmkomedie Life of Brian bij verschijnen tot protesten en felle discussies. In eigen land hadden we daarvoor al het Ezelsproces gehad.
De conclusie na dit soort conflicten was meestal duidelijk: kunstenaars hebben het recht om satire te maken en gelovigen hebben het recht zich daaraan te ergeren.
Dat er nu en dan kritiek op de Islam komt in de vorm van een satirische tekening of film is op zich niet zo gek. Een moslim is vaak even vrij om zijn ouders te vertellen dat hij geen moslim meer wil zijn, als een Oost-Duitser destijds was om te zeggen dat hij geen Oost-Duitser meer wou zijn. (En dan heb ik het nog niet over moslims die hun ouders een onthulling van een andere aard willen doen – no pun intended).
Of het nu gaat om onrechtvaardige regels, groepsdruk of de dreiging van geweld; wie niet zelf kan bepalen waar hij bij hoort, is niet vrij.
Ik ben het eens met John Cleese, die (als ik het goed heb) als eerste zei: “nobody has the right not to be offended”. Maar ieder mens heeft natuurlijk wél het recht te vóelen wat hij wil, dus ook “zich beledigd”. En ieder mens heeft de vrijheid dat ongenoegen te uiten; tot een zekere grens. Die grens is heel duidelijk: mijn vrijheid stopt, daar waar ik de vrijheid van anderen beperk. M.a.w. de vrijheid van mijn hand stopt bij de neus van mijn buurman.
En hoe verhoudt zich dat tot de vrijheid van godsdienst? Religieuze groepen lijken in onze samenleving geen onbeperkte vrijheid te hebben om tradities te handhaven in eigen groep. Dat wil zeggen: autoriteiten binnen zo’n groep moeten zich aan de wet houden, wanneer ze hun ideeën voor de rest van de groep willen laten gelden.
Dat lijkt een beperking van godsdienstvrijheid, maar het staat in dienst van de vrijheid van het individu. Heel veel onduidelijkheid zou verdwijnen, wanneer de wet voortaan zou spreken van individuele vrijheid van godsdienst, individuele vrijheid van meningsuiting, etc.
Voor de vrijheid van het individu zou ik op m’n ouwe dag nog wel met een spandoek naar het Museumplein willen komen. En het is helemaal niet zo moeilijk om te benoemen waar die vrijheid onder druk staat. Maar er is wel moed voor nodig. Het is nu eenmaal gemakkelijker om te protesteren tegen Apartheid aan de andere kant van de wereld, dan tegen groepsdwang in je eigen land. Hoe anders was het dertig jaar geleden geweest als er in Nederland een Zuid-Afrikaanse migrantengemeenschap was geweest, die de anti-apartheid-protesten had geïnterpreteerd als aanvallen op haar culturele identiteit.
Ook interessant:
» Welkom Thuis!» Het is geen wedstrijd
» De Kusjesman
» Stoont
» Welkom op de nieuwe webstek van Axel Lukkien!
Geef een reactie